Een art nouveau meesterwerk
Art nouveau in Brussel
De lange regeerperiode van Leopold II (1865-1909) was voor België een periode van uitzonderlijke bloei. De hoofdstad bruiste van de grote stedenbouwkundige projecten en alle artistieke disciplines beleefden een buitengewoon creatief hoogtepunt... Brussel was het kruispunt geworden van de meest moderne intellectuele en artistieke stromingen.
In Europa en ook aan de andere kant van de oceaan wordt grote hoop gesteld in de technische en industriële vooruitgang. In de bouwsector maken nieuwe productietechnieken voor ijzer en glas het mogelijk grote oppervlakken te overspannen en het licht overvloedig te laten binnenstromen. Pijlers in gietijzer vervangen gaandeweg de draagmuren, waardoor er meer ruimte ontstaat voor de gevels en de binnenruimte.
De architectuur was klaar voor een revolutie! De eensgezinswoning, die de Brusselse habitat karakteriseert, werd het ideale laboratorium voor een nieuwe esthetische tendens die was bedacht door een klein groepje kunstenaars, industriëlen en intellectuelen, verenigd door hetzelfde progressieve ideaal.
In 1893 wordt dat veelzijdige, vernieuwende zoekwerk gekristalliseerd. De onthulling van het hotel Tassel door Victor Horta betekende een echt art-nouveaumanifest. Paul Hankar bouwde zijn persoonlijke woning aan de Defacqzstraat in Elsene en Henri van de Velde schreef "Déblaiement d'art". De volledig nieuwe decoratieve stijl die zij hadden bedacht zou in heel Europa worden overgenomen, tot aan het begin van de Grote Oorlog.
De art nouveau bestaat erin nieuwe industriële materialen te integreren in de huizen- en stadsarchitectuur en daarbij uitdrukking te geven aan het streven om de moderne wereld een harmonieus gezicht te geven door gebruik te maken van arabesken, die symbool staan voor vrouwelijkheid en energie.
Rond de eeuwwisseling wordt de art nouveau een modeformule. Op korte tijd wordt de stijl gebruikt voor talrijke gevels en daarmee verovert Brussel een bevoorrechte plaats tussen de Europese steden waar de stijl zich ontwikkeld heeft. Voor de gezinswoningen van nauwelijks een paar meter breed werd het uitwerken van een decoratieve gevel een prioriteit, naar het voorbeeld van het Huis Cauchie.
De art nouveau vond in Brussel ook een bevoorrecht toepassingsgebied in de bouw van grootwarenhuizen, met name "A l'Innovation" (Horta, 1900), de Warenhuizen Waucquez (Horta, 1906, die het Belgisch Stripcentrum zouden worden) of de Warenhuizen Old England (P. Saintenoy, 1899… die het Museum voor Muziekinstrumenten zouden worden).
Van de Warenhuizen Waucquez tot het Belgisch Stripcentrum
Door het Belgisch Stripcentrum komt dit prestigieuze kader volledig tot zijn recht. Het is een subliem art-nouveauwarenhuis, ontworpen door architect Victor Horta. Het gebouw, waarin daarvóór de warenhuizen van textielgroothandelaar Charles Waucquez waren ondergebracht, werd ingehuldigd in 1906. Dat tijdperk (eind XIXe - begin XXe eeuw) valt ook samen met de opkomst van het moderne stripverhaal.
In 1975 vestigde architect Jean Delhaye, leerling en medewerker van Victor Horta, de aandacht van de overheid op de oude warenhuizen Waucquez, een meesterwerk dat in gevaar was. Dankzij zijn tussenkomst werd het gebouw geklasseerd. Nu nog een respectabele bestemming vinden voor deze parel van architectuur en... de middelen om het bouwwerk te renoveren! In 1983, op aandringen van enkele mannen met een passie voor stedenbouw (Jean Breydel) en stripverhalen (Guy Dessicy), werd het gebouw aangekocht door de Belgische minister van Openbare Werken met de formele bedoeling de nodige middelen te vinden om het gebouw te wijden aan het stripverhaal.
In 1984 werd de vereniging zonder winstoogmerk "Belgisch Stripcentrum" opgericht. De eerste voorzitter was Bob De Moor, de beroemde compagnon van Hergé die de eerste emoties rond het project had meegemaakt. De doelstellingen van de vereniging zijn eenvoudig: het stripverhaal promoten en het meesterwerk van architectuur waarin het is ondergebracht bewaren. Op 24 april 1986, in het gebouw dat toen nog bijzonder kaal was, werd het project officieel gelanceerd in de vorm van een happening waaraan de hele familie van auteurs deelnam.
En uiteindelijk, na heel wat lobbywerk, met als mooiste voorbeelden een lunch op het Koninklijk Paleis voor twintig vooraanstaande stripauteurs en een avondhappening waarop alle beroepsmensen uit de hele Belgische stripwereld aanwezig waren, naast de stichters en de Belgische minister van Openbare Werken, werd het gebouw overgelaten aan de renovateurs die waren aangewezen door de Regie der Staatsgebouwen (1987), vertegenwoordigd door architect Christian Lelubre. De architect die de renovatieplannen tekende, met de grootste zorg om het werk van Horta te respecteren, was Pierre Van Assche. De ruïne werd een magische plek.
Meer dan twintig jaar is het geleden dat het Belgisch Stripcentrum werd opengesteld voor het publiek, op 6 oktober 1989. Twintig jaar ten dienste van het stripverhaal en de art nouveau. Twintig jaar van banden smeden tussen het publiek en de wereld van de auteurs. Promotiekanaal, bewaarplaats, producent en decor van tentoonstellingen, documentatiecentrum, cultureel ambassadeur... het Belgisch Stripcentrum is een groot museum geworden met een internationale roeping en één van de meest bezochte attracties van België… met een overheidsparticipatie die minder dan 10% van zijn werkingsbudget bedraagt.
Victor Horta (1861-1947)
Victor Horta, zoon van een Gentse schoenmaker, was gek op muziek, maar werd toch wegens gebrek aan discipline op 12-jarige leeftijd weggestuurd van het Conservatorium. Hij schreef zich in aan de Academie van Gent, afdeling architectuur, en won zijn eerste medaille toen hij vijftien was. Twee jaar later vertrok hij naar Parijs waar hij meer dan een jaar verbleef in het atelier van schilder-decorateur Jules Dubuysson. Als hij terugkeert naar België wordt hij leerling van architect Balat (de serres van Laken) en begint de ene prijs na de andere weg te kapen.
In 1885 bouwde hij zijn eerste huizen, maar het is met het Huis Tassel (1893) dat de verregaande originaliteit van Victor Horta in het oog springt: hij creëert een totaal nieuwe decoratieve stijl, die in heel Europa zou overgenomen worden, tot aan het begin van de Grote Oorlog.
De meesterwerken volgen elkaar op: het Huis Solvay (1898), het Volkshuis (1899), zijn eigen woning (het huidige Hortamuseum), de warenhuizen "A l’Innovation" (1903)… de warenhuizen Waucquez (1906). De architect beleeft in die tijd het hoogtepunt van zijn werk. Victor Horta wordt uitgebreid gehuldigd en wordt in 1932 tot baron verheven.
In een mise-en-scène van François Schuiten en Benoît Peeters wordt in het Autrique-huis, het eerste herenhuis dat door Victor Horta werd getekend, de traditionele Brusselse woonstijl gereconstrueerd uit de tijd dat het gebouwd werd (1893). Met succes!