Stripmuseum - Brussel

Een oogopslag duurt het voor het ragfijne tekenwerk en de kleurenpracht van de cover ons aangrijpen. De diepgang en de poëzie ervan slepen ons mee, recht in het verhaal …

Welkom in TER, een onbekend gebied met een rijk en weelderig decor. Met veel oog voor detail en meesterschap in kleur en contrast sublimeert Christophe Dubois het verhaal van Rodolphe. Hij schept een heel aparte sfeer waarin de lezer wandelt aan de zijde van Mandor, de verteller en held van het verhaal. Welkom op de planeet met de vreemdsoortige stenen gezichten … voor een boeiende ontdekking.

Het album is ronduit fantastisch, en wel om twee redenen! Door een selectie tentoon te stellen van rechtstreeks ingekleurde platen van TER, brengt het Stripmuseum een eerbetoon aan het talent van Christophe Dubois en aan het uitgeverswerk van Daniel Maghen. In het eerste deel van dit aangekondigde drieluik verkent de lezer nieuwe contreien waar middeleeuwen en futurisme elkaar omarmen, voor een reis in de tijd en in de ruimte. Het Stripmuseum is bijzonder verheugd de bezoekers een zomerlang kennis te laten maken met een album dat u op sleeptouw neemt … ver weg uit het nu. Prettige reis!

Mélanie Andrieu, Stripmuseum

Het poëtische verhaal grijpt de ontheemde lezer bij de adem van bij het begin. Je voelt meteen de verbondenheid en volgt de evolutie van de personages, die stap voor stap hun eigen, vreemde planeet ontdekken. Uit het niets, uit een begraafplaats in een vijandige woestenij waar niemand kan overleven, duikt een mens op. Pip, een jonge schelm en grafplunderaar, haalt de slapende mens uit een diep graf. De mens is naakt en er komt geen woord uit. Wat wel opvalt, is een tatoeage die een hand voorstelt. Pip noemt hem dan maar Mandor ("Main d’Or" of gouden hand) en neemt hem mee naar Bas Courtil, een primitief gehucht op een rotsachtige heuvel. Mandor leert langzaam spreken en blijkt ook intelligent te zijn. Hoewel zijn geheugen hem vaak in de steek laat, is hij ongelooflijk handig in het repareren van allerhande kapotte mechanieken en slaagt hij erin de ontelbare beuzelarijen die Pip bijeen heeft geplunderd weer aan de praat te krijgen.

Rodolphe, hoogleraar letterkunde, boekhandelaar en later journalist, heeft met plezier alle hoeken van de schrijfkunst verkend, maar legt zich vooral toe op stripverhalen. Deze criticus, organisator van events en curator van tentoonstellingen, is vooral gekend om zijn werk als scenarist. In 1975 ontmoet hij Jacques Lob, met wie hij bevriend geraakt en zijn eerste verhalen bedenkt. Hij heeft al 150 albums op zijn naam staan.

Christophe Dubois ziet het levenslicht in 1969 in het Zwitserse La-Chaux-de-Fonds. Hoewel hij op jonge leeftijd belangstelling heeft voor striptekenen, studeert hij toegepaste kunst. Op die manier wordt hij graficus, een beroep dat hij een decennium lang beoefent binnen eenzelfde agentschap. Intussen is hij teruggekeerd naar zijn eerste liefde, zonder de grafische kunst de rug toe te keren.

Uitgeverij Daniel Maghen